Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Mijn heer koning! deze mannen hebben kwalijk gehandeld in alles, wat zij gedaan hebben aan den profeet Jeremia, dien zij in den kuil geworpen hebben; daar hij toch [18]in zijn plaats zou gestorven zijn vanwege den honger, dewijl geen brood meer in de stad is. 18. Daar hij was; vergelijk 2 Sam.2:23, met de aantekening. Alsof hij zeide: Hij was toch zo goed als dood, waartoe hem dan dus wredelijk het leven te nemen?